SULFASALAZINELaatste bijwerking : 2024.07.08 |
|||||||||
| Synoniem: | |||||||||
| Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
| Klasse(n): | |||||||||
| Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| (ja) III | check II | check II | check II | check II | check II | |
| geen info | geen info | geen info | ||||
Er werd tot nog toe geen teratogeniciteit vastgesteld bij kinderen die in utero blootgesteld werden aan sulfosalazine. Diarree (soms bloederig) bij de zuigeling kan optreden bij het geven van borstvoeding tijdens een therapie met sulfosalazine. De voorkeur wordt gegeven aan mesalazine indien mogelijk.
Gebruik van sulfasalazine had geen invloed op de tijd tot zwangerschap [Brouwer et al. 2015].
Er zijn weinig of geen gegevens (minder dan 300 zwangerschappen) over het gebruik van sulfasalazine bij zwangere vrouwen. Er zijn meldingen van baby's die met neuraalbuisdefecten werden geboren bij moeders die tijdens de zwangerschap werden blootgesteld aan sulfasalazine, hoewel de rol van sulfasalazine bij deze defecten niet is vastgesteld. Oraal sulfasalazine remt de absorptie en de metabolisatie van foliumzuur en kan een tekort aan foliumzuur veroorzaken. Het is raadzaam om foliumzuur toe te dienen. De dosering van foliumzuur supplementen is 2 mg per dag voor zwangere vrouwen die sulfasalazine nemen [SKP Salazopyrine EC 11 2019].
LAREB vult aan: sulfasalazine is veel gebruikt in de zwangerschap. Sulfasalazine is een foliumzuurantagonist. Het is daarom belangrijk dat de zwangere vrouw foliumzuur inneemt. Sulfasalazine wordt in het maagdarmkanaal door bacteriële enzymen gesplitst in sulfapyridine en het werkzame bestanddeel mesalazine. Mesalazine geeft minder bijwerkingen bij de moeder dan sulfasalazine. Daarom gaat de voorkeur uit naar mesalazine boven sulfasalazine [LAREB 07 2024].
Dierexperimenteel:Studies uitgevoerd bij dieren wijzen niet op een reproductietoxiciteit [SKP Salazopyrine EC 11 2019].
Tweede trimester:Geen specifieke informatie beschikbaar. Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar. Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Sulfasalazine en sulfapyridine worden in kleine hoeveelheden teruggevonden in de moedermelk en in het serum van de pasgeborenen. Bij voldragen baby’s zijn de concentraties van sulfapyridine duidelijk lager dan de concentraties die nodig zijn om bilirubine van zijn albumine-plaatsen te verdringen. Er zijn geen gegevens bij premature baby’s en bij pasgeborenen met glucose-6-fosfaatdehydrogenase-deficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van sulfasalazine tijdens de borstvoeding, in het bijzonder bij prematuren of bij een tekort aan glucose-6-fosfaat dehydrogenase bij de pasgeborene. Er zijn meldingen van bloederige stoelgang en diarree bij zuigelingen die borstvoeding kregen van moeders die behandeld werden met sulfasalazine. In de gevallen waarvan de uitkomst werd gemeld, verdwenen de bloederige stoelgang en diarree bij stopzetting van sulfasalazine behandeling bij de moeder [SKP Salazopyrine EC 11 2019].
In theorie is hyperbilirubinemie bij de zuigeling mogelijk door de sulfacomponent in sulfasalazine. Bij een dosering tot maximaal 2 gram sulfasalazine per dag is dit echter nooit gemeld [LAREB 07 2024].
LACTMED voegt toe dat N-acetyl-5-aminosalicylzuur wordt teruggevonden in moedermelk. Van deze substantie zijn de effecten op de zuigeling onvoldoende gekend. In verband met mogelijke hemolyse door sulfapyridine vermeldt LACTMED dat de eerste 8 dagen na geboorte de meest risicovolle periode is voor hemolyse. LACTMED geeft de voorkeur aan mesalazine gedurende borstvoeding. Indien de moeder sulfosalazine nodig heeft moet borstvoeding niet stopgezet worden, maar dient de zuigeling wel geobserveerd te worden voor het optreden van diarrree [LAREB 07 2024].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
| Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| check II | (ja) III | |||||
| geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding | ||||
Beperkte humane gegevens wijzen op mogelijke verlaging vruchtbaarheid bij mannen. Dat effect is reversiebel.
Beperkte humane gegevens wijzen op mogelijke verlaging vruchtbaarheid bij mannen [Mouyis et al. 2018].
Deze gegevens worden bevestigd in de bijsluiter: Infertiliteit kan optreden bij mannen die met sulfasalazine worden behandeld. Dit effect blijkt reversibel en verdwijnt binnen 2 tot 3 maanden na stopzetten van de behandeling [SKP Salazopyrine EC 11 2019].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
SKP
Hale, Medications and Mothers´Milk, 19th Edition, 2021
Brouwer J, Hazes JMW, Laven JSE, Dolhain RJEM. Fertility in women with rheumatoid arthritis: influence of disease activity and medication. Ann Rheum Dis 2015;74:1836–1841.
Mouyis M, Flint JD, Giles JP. Safety of antiheumatic drugs in men trying to conceive: A systematic review and analysis of published evidence. Seminars in Arthritis and Rheumatism 2018: 1-10
LactMed : https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK501317/
LAREB : www.lareb.nl
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.