CYTARABINELaatste bijwerking : 2019.06.24 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | neen II | (ja) II | (ja) II | (ja) II | neen II | |
6 maanden | geen info | geen info |
Weinig gerustellende resultaten én weinig gevallen van blootstelling gedurende het eerste trimester. Voor borstvoeding wordt rekening gehouden met het voorhanden zijn van alternatieven.
Geen specifieke informatie beschikbaar. SKP : Vrouweenmoeten worden verzocht een betrouwbaar voorbehoedsmiddel te gebruiken, tijdens en tot 6 maanden na de behandeling [SKP Cytosar 12 2017].
Er werden gevallen gemeld van congenitale afwijkingen, in het bijzonder wanneer de foetus tijdens het eerste trimester aan de systemische cytarabinetherapie was blootgesteld geweest. Zij omvatten defecten, distaal aan de onderste en bovenste ledematen, en misvormingen van de extremiteiten en de oren [SKP Cytosar 12 2017]. Op een totaal van 164 zwangerschappen (168 concepties) was er in 34 zwangerschappen (34 concepties) blootstelling aan cytarabine. Ernstige misvormingen werden waargenomen bij 4 levend geboren baby’s (19%, 4/21) na blootstelling gedurende het eerste trimester. Anderzijds werd geen enkele ernstige misvorming gerapporteerd bij 12 levend geboren baby’s en 1 doodgeboorte waarbij het juiste blootstellingsmoment ontbrak (0%, 0/13) [NTP]. Er werden gevallen gemeld van congenitale afwijkingen, in het bijzonder wanneer de foetus tijdens het eerste trimester aan de systemische cytarabinetherapie was blootgesteld geweest. Zij omvatten defecten, distaal aan de onderste en bovenste ledematen, en misvormingen van de extremiteiten en de oren [SKP Cytosar 12/2014].
Dierexperimenteel:Bij sommige diersoorten werd met cytarabine een teratogene werking getoond [SKP Cytosar 12/2014].
Tweede trimester:Indien de therapie wordt gestart gedurende het tweede of derde zwangerschapstrimester bestaat er een reëel risico, maar is het aanzienlijk minder. Alhoewel normale kinderen geboren werden uit patiënten die behandeld werden gedurende de drie zwangerschapsperioden, dienen zulke kinderen van nabij gevolgd te worden [SKP Cytosar 12 2017]. Op een totaal van 164 zwangerschappen (168 concepties) was er in 109 zwangerschappen (109 concepties) blootstelling aan cytarabine gedurende het tweede en/of derde trimester. Geen enkele ernstige misvorming werd gemeld (0%, 0/109) [NTP].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Indien de therapie wordt gestart gedurende het tweede of derde zwangerschapstrimester bestaat er een reëel risico, maar is het aanzienlijk minder. Alhoewel normale kinderen geboren werden uit patiënten die behandeld werden gedurende de drie zwangerschapsperioden, dienen zulke kinderen van nabij gevolgd te worden [SKP Cytosar 12 2017]. Op een totaal van 164 zwangerschappen (168 concepties) was er in 109 zwangerschappen (109 concepties) blootstelling aan cytarabine gedurende het tweede en/of derde trimester. Geen enkele ernstige misvorming werd gemeld (0%, 0/109) [NTP].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Indien de therapie wordt gestart gedurende het tweede of derde zwangerschapstrimester bestaat er een reëel risico, maar is het aanzienlijk minder. Alhoewel normale kinderen geboren werden uit patiënten die behandeld werden gedurende de drie zwangerschapsperioden, dienen zulke kinderen van nabij gevolgd te worden [SKP Cytosar 12 2017]. Op een totaal van 164 zwangerschappen (168 concepties) was er in 109 zwangerschappen (109 concepties) blootstelling aan cytarabine gedurende het tweede en/of derde trimester. Geen enkele ernstige misvorming werd gemeld (0%, 0/109) [NTP].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Normale kinderen werden geboren uit moeders die tijdens de zwangerschap aan cytarabine (alleen of geassocieerd met andere geneesmiddelen) werden blootgesteld. Sommige van deze kinderen waren prematuur of hadden een laag geboortegewicht. Enkele normale kinderen werden na de blootstelling gevolgd voor een periode gaande van 6 weken tot 7 jaar, en vertoonden geen enkele anomalie. Eén ogenschijnlijk normaal kind stierf 90 dagen na de geboorte ten gevolge van een gastro-enteritis [SKP Cytosar 12 2017]. Over 80 kinderen (leeftijd van 5 maanden tot 15 jaar) zijn evaluaties beschikbaar. Alle kinderen groeiden normaal op buiten 4 onder hen. 1 kind had ontwikkelingsachterstand op de leeftijd van 1 jaar, 1 kind had spraakachterstand, 1 kind had problemen met de bloedformule die echter later normaliseerde [NTP]. Gevallen van pancytopenie, leukopenie, anemie, thrombocytopenie, elektrolytafwijkingen, voorbijgaande eosinofilie, verhoogde IgM-spiegels en hyperpyrexie, septicemie en dood werden tijdens de neonatale periode gemeld bij kinderen die in utero aan cytarabine blootgesteld waren. Sommige van deze kinderen waren ook prematuur [SKP Cytosar 12/2014].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L5
Het staat niet vast of cytarabine via de moedermelk wordt uitgescheiden [SKP Cytosar 12/2014]. Hale waarschuwt voor extreme toxiciteit bij pasgeborenen [Hale].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
6 maanden | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Beperkte humane en dierexperimentele gegevens wijzen op mogelijke verlaging vruchtbaarheid bij mannen.
Beperkte humane en dierexperimentele gegevens wijzen op mogelijke verlaging vruchtbaarheid bij mannen.
Dierexperimenteel:Afwijkingen van kopjes van spermatozoa werden waargenomen na een behandeling met cytarabine bij muizen [SKP Cytosar 12/2017].
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Hale, Medications and Mothers´Milk, 17th Edition, 2017 Wetenschappelijke bijsluiter (SKP Samenvatting van de Kenmerken van het Product) Briggs G, Freeman R, Yaffe S.Drugs in Pregnancy and Lactation, 10th edition, Philadelphia 2015; National Toxicology Program, NTP Monograph Developmental Effects and Pregnancy Outcomes Associated With Cancer Chemotherapy Use During Pregnancy. US Department of Health and Human Services, May 2013, 234 pages. Summary In utero exposure to cytarabine was documented for 164 singleton pregnancies (168 conceptuses). Overall, the raw apparent rate of major malformations among all cytarabine-exposed offspring, regardless of the nature of the malformations or the gestational stage at exposure, was 6% (8/143 conceptuses, based on 131 liveborn infants and examination of the fetuses of 3 induced abortions, 1 spontaneous abortion, 7 stillbirths, and 1 maternal/fetal death) (Table 39). As a point of reference, the prevalence of major malformations in the general population of the US is 3% (Correa et al. 2007). Of the 34 pregnancies (34 conceptuses) exposed to cytarabine during the first trimester, major malformations were reported in 4 liveborn infants. These major malformations appeared to have similar characteristics, including the following absent or hypoplastic digits of hand or feet (4 infants), missing radii (2 infants) or a missing bone in the lower leg (1 infant), and atrial septal defects (2 infants). These malformations are consistent with fore- and hindlimb malformations observed in mice and rats and heart defects reported in mice following exposure to cytarabine during organogenesis. It has been proposed that cytarabine induces cranial and skeletal malformations similar to those observed with exposure to methotrexate or cyclophosphamide and that all of these malformations may be due to an induction of apoptosis (Vaux et al. 2003). The apparent rate of major malformations following first-trimester exposure to cytarabine was 19% (4/21 conceptuses, based on 19 liveborn infants and examination of the fetus for 1 induced abortion and 1 maternal/fetal death). In contrast, there were no major malformations attributable to exposure to cytarabine in the second and/or third trimester only (0/109 conceptuses, based on 100 liveborn infants and examination of the fetus of 1 induced abortion, 1 spontaneous abortion, and 6 stillbirths). No major malformations were observed in the conceptuses from pregnancies without timing of exposure to cytarabine specified (0/13 conceptuses, based on 12 liveborn infants and examination of 1 stillbirth). Spontaneous abortion (at <22 weeks of gestation) occurred in 4 pregnancies (4 of 114 conceptuses, 4%), and stillbirth occurred in 9 pregnancies (9 of 110 conceptuses, 8%), of all pregnancies exposed in the second and/or third trimester only. As a reference point, the rate of stillbirths (defined as spontaneous fetal loss at >20 weeks gestation) was 0.3% to 0.4% in the general US population (MacDorman and Kirmeyer 2005). The stillbirth rate for cytarabine was among the higher apparent rates when compared to other chemotherapy agents. While exposure to cytarabine may be a factor in the higher rate of stillbirths, the disease state of acute leukemia has been reported to lead to higher rates of spontaneous fetal loss (reviewed in (Fassas et al. 1984). It has also been hypothesized that the condition of acute leukemia during pregnancy may increase the risk of spontaneous fetal death (Brenner et al. 2012). Follow-Up Follow-up evaluations of offspring gestationally exposed to cytarabine were available for 80 infants at ages from 5 months to 15 years; age at follow-up was not specified for 2 children (Requena et al. 1995, Chelghoum et al. 2005). Normal growth and development were reported for all but 4 children. One child each had mild developmental delay at age 1 year (Lam 2006), failure to thrive and finally gaining weight at age 3 months (Garcia et al. 1999), and body weight at <10th percentile at age 26 months with a constant cold (Gulati et al. 1986). One child had a speech delay (Cardonick et al. 2010). In addition, 1 infant with a normal blood count at birth had elevated leukocyte counts and a differential count that was lymphocytic with occasional nucleated red blood cells at 3 to 4 months of age (Fassas et al. 1984); by 20 to 30 months of age, the child had normal blood counts.
Cytotoxische geneesmiddelen toegediend binnen de 10 dagen na conceptie geven een alles-of-niets effect. De organogenese start vanaf de 10de dag en is na 8 weken een feit. Toedienen van cytostatica in deze periode verhoogt de kans op misvormingen sterk. Wanneer één cytostaticum wordt toegediend wordt de kans op misvormingen op 7 tot 17% geschat. Deze kans verhoogt met 25% bij combinatietherapie. Vermijden van foliumzuur-antagonisten vermindert de kans op misvormingen met 6%. Conclusie : chemotherapie is tegenaangewezen gedurende het eerste trimester [Dekrem e
Geen specifieke informatie beschikbaar.