ETHOSUXIMIDELaatste bijwerking : 2015.8.8 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check II | check II | check II | check II | neen II | |
geen info | geen info | geen info |
Zwangerschap : onvoldoende humane gegevens, maar therapeutische plaats bij "petit mal".
Voor borstvoeding wordt rekening gehouden met het voorhanden zijn van alternatieven.
Geen specifieke informatie beschikbaar. Als algemene regel kan foliumzuur gebruikt worden (4mg/dag), aangezien het risico op neuraalbuisdefecten.
Ethosuximide behoort tot de succinimide anticonvulsiva. Het heeft een lager risico qua teratogeniciteit dan de oxazolidinedionderivaten. Briggs schuift ethosuximide naar voor als het eerstekeuze antiëpilepticum bij petit mal epilepsie gedurende het eerste trimester. In observationele studies werden 18 zwangeren geïdentificeerd die ethosuximide gebruikten. Er werden geen complicaties gemeld [Briggs]. De SKP van Zarontin° maakt melding van geboorte-afwijkingen zonder in detail te treden over de aard ervan. Teneinde complicaties te vermijden wordt monotherapie aangeraden in een minimale effectieve dosis, verspreid over meerdere giften per dag. Foliumzuursuppletie is aangeraden (zie hoger). Voortgezette therapie en absolute therapietrouw moet epileptische insulten vermijden. Maternele insulten kunnen ernstige schade toebrengen aan de vrucht (bijvoorbeeld hypoxie, bradycardie, antenatale dood) [SKP Zarontin° 03 2012]. Een begonnen therapie tijdens het eerste trimester moet volgens dezelfde condities worden voortgezet tijdens het tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Een begonnen therapie tijdens het eerste en tweede trimester moet volgens dezelfde condities worden voortgezet tijdens het derde trimester. Vitamine K-suppletie is aan te raden zowel vóór de bevalling aan de moeder als na de geboorte aan de neonaat [Informatorium Medicamentorum 2003]. Hyperexcitabiliteit wordt gemeld bij pas geboren baby’s uit moeders die ethosuximide namen vóór de geboorte [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie derde trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L4
Ethosuximide gaat in belangrijke mate over in de moedermelk de verhouding melk/serum benadert het cijfer 1. In één geval werden meetbare spiegels van ethosuximide gedetecteerd bij de zuigeling. Ze bedroegen ongeveer 1/3 van de plasmaspiegels van de moeder. Hale vermeldt neveneffecten op de zuigeling zoals verminderde zuigreflex, sedatie en hyperexcitabiliteit [Hale]. De "American Academy of Pediatrics” beschouwt het product als veilig bij borstvoeding [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tijdens de zwangerschap kunnen maternale tonisch-klonische aanvallen en status epilepticus met hypoxie een bijzonder risico op overlijden met zich mee brengen voor de moeder en het ongeboren kind.
Een Australische studie bespreekt de uitkomsten bij zwangeren die de meer recentere lamotrigine, levetiracetam of topiramaat gebruikten in monotherapie. Die resultaten werden vergeleken met deze bekomen na gebruik van meer traditioneel gebruikte antiëpileptica en met niet behandelen van de epilepsie. Misvormingen kwamen in volgende percentages voor: lamotrigine 5.2% (= 12 op 231 patiënten), topiramaat 3,2% (= 1 op 31), levetiracetam 0% (op 22 patiënten), fenytoïne 2,9% (1 op 35), valproaat 16,3% (35 op 215), carbamazepine 6,3% (19 op 301). Bij niet behandelde patiënten werden 6 gevallen van misvorming gezien op 116 of 5,2%. In deze studieblijkt niet behandelen dus geen oplossing om misvormingen te vermijden.
(Vajda FJ et al. 2012: Vajda FJ, Graham J, Roten A, Lander CM, O´Brien TJ, Eadie M. Teratogenicity of the newer antiepileptic drugs--the Australian experience. J Clin Neurosci. 2012 Jan;19(1):57-9).
Tabel : risico van afwijkingen bij de geboorte en relatieve risico’s (RR) van blootstelling in utero aan diverse antiëpileptica
Substantie |
% ernstige afwijkingen (aantal zwangerschappen) |
Relatief risico ten opzichte van Lamotrigine (95% BI) |
Valproaat |
9,3% (op 323) |
5,1 (95% BI = 3,0-8,5) |
Fenobarbital |
5,5% (op 199) |
2,9 (95% BI = 1,4-5,8) |
Topiramaat |
4,2% (op 359) |
2,2 (95% BI = 1,2-4,0) |
Carbamazepine |
3,0% (op 1033) |
NS |
Fenytoïne |
2,9% (op 416) |
NS |
Levetiracetam |
2,4% (op 450) |
NS |
Lamotrigine |
2,0% (op 1562) |
1 |
BI = betrouwbaarheidinterval: wanneer dat interval het cijfer 1 niet insluit, is de toename van het risico significant. NS = niet significant
Bron:
Hernández-Díaz S, Smith CR, Shen A, Mittendorf R, Hauser WA, Yerby M, Holmes LB; North American AED Pregnancy Registry; North American AED Pregnancy Registry. Comparative safety of antiepileptic drugs during pregnancy. Neurology. 2012 May 22;78(21):1692-9.
Geen specifieke informatie beschikbaar.