LEVETIRACETAMLaatste bijwerking : 2015.9.29 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) II | (ja) I | (ja) I | (ja) I | (ja) I | (ja) II | |
geen info | geen info | geen info |
Er is voldoende klinische evidentie van veiligheid door het groot aantal behandelde patiënten zonder alarmerende vaststellingen.
Mogelijke complicaties bij bepaalde diersoorten berusten op toepassing van supratherapeutische doses.
Het is algemeen bekend dat toediening van foliumzuur rond de conceptie (8 weken vóór de conceptie tot minstens 8 weken na de conceptie) het risico van neuraalbuisdefecten vermindert. Hoewel er bij vrouwen op anti-epileptica weinig onderbouwing bestaat over het effect van foliumzuur op het door het anti-epilepticum geïnduceerde risico van neuraalbuisdefecten en over de optimale dosis foliumzuur, wordt bij deze vrouwen meestal extra inname van 4 à 5 mg per dag aanbevolen ([2].
In dierexperimenteel onderzoek werd geen invloed waargenomen op vrouwelijke vruchtbaarheid of het vermogen op voortplanting met dosis tot 1800 mg/kg/dag (6 keer de maximaal aanbevolen humane dosis op basis van mg/m²) [SKP Keppra 9/2010].
Indien levetiracetam wordt toegediend tijdens zwangerschap wordt dagelijks een dosis van 4 tot 5 mg foliumzuur aanbevolen [Briggs].
Postmarketing-gegevens uit verschillende prospectieve zwangerschapsregisters hebben de resultaten gedocumenteerd voor meer dan 1000 vrouwen die blootgesteld werden aan levetiracetam monotherapie tijdens het eerste trimester van de zwangerschap. In het algemeen wijzen deze gegevens niet op een aanzienlijke verhoging van het risico op ernstige aangeboren afwijkingen, hoewel een teratogeen risico niet volledig kan worden uitgesloten. Sommige bronnen rapporteren over individuele gevallen, maar het aantal is klein en de behandelde vrouwen kregen gedeeltelijk ook andere antiëpileptica [SKP Keppra 9/2010] [Briggs]. Volgens gegevens uit de North American Adverse Effects Pregnancy Registry, verzameld van 1997 tot 2011 zijn de mogelijke risico’s op ernstige afwijkingen met levetiracetam niet significant hoger dan deze met lamotrigine (respectievelijk 2,4% en 2,0%) [1].
Dierexperimenteel:Embryo-foetale ontwikkelingsstudies bij ratten en konijnen gaven complicaties, enkel wanneer supratherapeutische doses werden toegediend [SKP Keppra 9/2010].
Tweede trimester:Indien levetiracetam wordt toegediend tijdens zwangerschap wordt dagelijks een dosis van 4 tot 5 mg foliumzuur aanbevolen [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Indien levetiracetam wordt toegediend tijdens zwangerschap wordt dagelijks een dosis van 4 tot 5 mg foliumzuur aanbevolen [Briggs].
Tijdens de zwangerschap zijn verlaagde plasmaconcentraties van levetiracetam waargenomen. Deze daling is meer uitgesproken tijdens het derde trimester (tot 60 % ten opzichte van de concentratieuitgangswaarde vóór de zwangerschap) [SKP Keppra 9/2010]. Farmacokinetisch onderzoek met levetiracetam wijst inderdaad op een verhoogde klaring van het geneesmiddel tijdens zwangerschap, vooral tijdens het derde trimester. Dat effect leidt tot plasmaspiegels die mogelijks onder het therapeutisch minimum liggen en toegenomen kans op epileptische aanvallen. De verhoogde klaring is vermoedelijk te wijten aan een intenser renale bloedstroom [3].
Dierexperimenteel:Neonatale dierstudies bij onvolwassen ratten en honden toonden aan dat er in doseringen tot 1800 mg/kg/dag (6 tot 17 keer de maximaal aanbevolen humane dosis op basis van mg/m2) geen bijwerkingen werden gezien in één van de eindpunten voor wat betreft standaardontwikkeling of geslachtsrijp worden [SKP Keppra 9/2010].
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie derde trimester.
Dierexperimenteel:Zie derde trimester.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Vermoedelijk klaren zuigelingen levetiracetam snel, te oordelen naar de snelle daling van plasmaspiegels. De dosis die het kind inneemt wordt geschat op 3,4% tot 7,8% van deze van de moeder. Levetiracetam accumuleert niet bij kinderen. In een studie met 8 patiënten werden geen ongewenste effecten gezien bij de zuigeling [Hale].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tijdens de zwangerschap kunnen maternale tonisch-klonische aanvallen en status epilepticus met hypoxie een bijzonder risico op overlijden met zich mee brengen voor de moeder en het ongeboren kind.
Een Australische studie bespreekt de uitkomsten bij zwangeren die de meer recentere lamotrigine, levetiracetam of topiramaat gebruikten in monotherapie. Die resultaten werden vergeleken met deze bekomen na gebruik van meer traditioneel gebruikte antiëpileptica en met niet behandelen van de epilepsie. Misvormingen kwamen in volgende percentages voor: lamotrigine 5.2% (= 12 op 231 patiënten), topiramaat 3,2% (= 1 op 31), levetiracetam 0% (op 22 patiënten), fenytoïne 2,9% (1 op 35), valproaat 16,3% (35 op 215), carbamazepine 6,3% (19 op 301). Bij niet behandelde patiënten werden 6 gevallen van misvorming gezien op 116 of 5,2%. In deze studieblijkt niet behandelen dus geen oplossing om misvormingen te vermijden (Vajda FJ et al. 2012: Vajda FJ, Graham J, Roten A, Lander CM, O´Brien TJ, Eadie M. Teratogenicity of the newer antiepileptic drugs--the Australian experience. J Clin Neurosci. 2012 Jan;19(1):57-9).
Tabel : risico van afwijkingen bij de geboorte en relatieve risico’s (RR) van blootstelling in utero aan diverse antiëpileptica
Substantie |
% ernstige afwijkingen (aantal zwangerschappen) |
Relatief risico ten opzichte van Lamotrigine (95% BI) |
Valproaat |
9,3% (op 323) |
5,1 (95% BI = 3,0-8,5) |
Fenobarbital |
5,5% (op 199) |
2,9 (95% BI = 1,4-5,8) |
Topiramaat |
4,2% (op 359) |
2,2 (95% BI = 1,2-4,0) |
Carbamazepine |
3,0% (op 1033) |
NS |
Fenytoïne |
2,9% (op 416) |
NS |
Levetiracetam |
2,4% (op 450) |
NS |
Lamotrigine |
2,0% (op 1562) |
1 |
BI = betrouwbaarheidinterval: wanneer dat interval het cijfer 1 niet insluit, is de toename van het risico significant.
NS = niet significant
Bron: Hernández-Díaz S, Smith CR, Shen A, Mittendorf R, Hauser WA, Yerby M, Holmes LB; North American AED Pregnancy Registry; North American AED Pregnancy Registry. Comparative safety of antiepileptic drugs during pregnancy. Neurology.
Geen specifieke informatie beschikbaar.