TOPIRAMAATLaatste bijwerking : 2015.9.29 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | neen I | neen I | neen I | neen I | neen II | |
geen info | geen info | geen info |
Topiramaat verhoogt de kans op ernstige afwijkingen bij de foetus, maar niet in dezelfde mate als natriumvalproaat of valproïnezuur.
Topiramaat is gecontra-indiceerd voor profylaxie van migraine tijdens de gehele zwangerschap [SKP Topamax° 11/2014].
In niet-klinische vruchtbaarheidsstudies werden bij vrouwelijke ratten bij doses tot 100 mg/kg/dag geen effecten op de vruchtbaarheid waargenomen, ondanks het feit dat toxiciteit bij moederdieren al optrad bij doseringen van 8 mg/kg/dag [SKP Topamax° 11/2014].
Gegevens uit het U.K. zwangerschapsregister en het North American Antiepileptic Drug (NAAED) zwangerschapsregister geven aan dat zuigelingen die in het eerste trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan topiramaat-monotherapie, een verhoogd risico hebben op aangeboren afwijkingen (bijv. craniofaciale defecten, zoals een gespleten lip/verhemelte, hypospadie en afwijkingen bij diverse lichaamssystemen). In het register zijn gegevens opgenomen van respectievelijk 28 en 70 zwangerschappen met blootstelling aan topiramaat in monotherapie. Uit deze moeders werden respectievelijk 2 en 3 zuigelingen geboren met aangeboren afwijkingen (gespleten lip en hypospadie) respectievelijk 7,1% (95% BI 2,0-22,6%) en 4,8% (95% BI 1,7-18,2%). De gebruikte dosis variëerde van 50 tot 800 mg per dag. Volgens gegevens over topiramaat-monotherapie uit het NAAED zwangerschapsregister verdubbelt topiramaat de kans op ernstige afwijkingen ten opzichte van lamotrigine (RR 2,2; 95% BI 1,2-4,0) [SKP Topamax° 11/2014; Briggs 2011] [1].
Dierexperimenteel:In preklinische studies zijn van topiramaat teratogene effecten aangetoond bij de bestudeerde diersoorten (muizen, ratten en konijnen). Bij muizen waren bij doseringen van 500 mg/kg/dag het gewicht van de foetussen en de verbening van het skelet verminderd, gepaard gaand met toxiciteit bij de moederdieren. Het totale aantal misvormingen bij de foetussen was bij de muizen verhoogd in alle groepen die het geneesmiddel hadden gekregen (20, 100 en 500 mg/kg/dag) [SKP Topamax° 11/2014].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Bij ratten werd dosisgerelateerde toxiciteit bij de moederdieren en bij de embryo’s/foetussen (verlaagd foetusgewicht en/of verminderde skeletverbening) waargenomen bij doseringen van 20 mg/kg/dag en hoger, met teratogene effecten (afwijkingen van ledematen en tenen) bij 400 mg/kg/dag en hoger. Bij konijnen werd dosisgerelateerde toxiciteit voor de moederdieren opgemerkt bij doseringen van 10 mg/kg/dag en hoger, met toxiciteit voor embryo’s/foetussen (verhoogde sterfte) bij 35 mg/kg/dag en hoger, en teratogene effecten (misvorming van ribben en wervels) bij 120 mg/kg/dag [SKP Topamax° 11/2014].
Bij de mens werd een hogere prevalentie van een laag geboortegewicht (< 2500 gram) na behandeling met topiramaat gezien dan in de referentiegroep [SKP Topamax 11/2014]. Om de kans op hemorragie bij de pasgeborene te verminderen wordt 1 mg vitamine K1 (phytomenadion; IM of IV) aangeraden voor de pasgeborene. Aan de moeder kan de laatste 4 weken dagelijks een dosis van 10 mg vitamine K1 oraal worden gegeven [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie derde trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Er werden detecteerbare plasmaspiegels bij baby’s teruggevonden (10-20% van deze van bij de moeder). De spiegels waren binnen de concentraties nodig voor beïnvloeding van de werking van gecultiveerde neuronen. De relatieve dosis voor het kind wordt geschat op 3 tot 25%. Monitoring voor mogelijke sedatie is aangeraden [Hale 2012].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tijdens de zwangerschap kunnen maternale tonisch-klonische aanvallen en status epilepticus met hypoxie een bijzonder risico op overlijden met zich mee brengen voor de moeder en het ongeboren kind.
Een Australische studie bespreekt de uitkomsten bij zwangeren die de meer recentere lamotrigine, levetiracetam of topiramaat gebruikten in monotherapie. Die resultaten werden vergeleken met deze bekomen na gebruik van meer traditioneel gebruikte antiëpileptica en met niet behandelen van de epilepsie. Misvormingen kwamen in volgende percentages voor: lamotrigine 5.2% (= 12 op 231 patiënten), topiramaat 3,2% (= 1 op 31), levetiracetam 0% (op 22 patiënten), fenytoïne 2,9% (1 op 35), valproaat 16,3% (35 op 215), carbamazepine 6,3% (19 op 301). Bij niet behandelde patiënten werden 6 gevallen van misvorming gezien op 116 of 5,2%. In deze studieblijkt niet behandelen dus geen oplossing om misvormingen te vermijden (Vajda FJ et al. 2012: Vajda FJ, Graham J, Roten A, Lander CM, O´Brien TJ, Eadie M. Teratogenicity of the newer antiepileptic drugs--the Australian experience. J Clin Neurosci. 2012 Jan;19(1):57-9).
Tabel : risico van afwijkingen bij de geboorte en relatieve risico’s (RR) van blootstelling in utero aan diverse antiëpileptica
Substantie |
% ernstige afwijkingen (aantal zwangerschappen) |
Relatief risico ten opzichte van Lamotrigine (95% BI) |
Valproaat |
9,3% (op 323) |
5,1 (95% BI = 3,0-8,5) |
Fenobarbital |
5,5% (op 199) |
2,9 (95% BI = 1,4-5,8) |
Topiramaat |
4,2% (op 359) |
2,2 (95% BI = 1,2-4,0) |
Carbamazepine |
3,0% (op 1033) |
NS |
Fenytoïne |
2,9% (op 416) |
NS |
Levetiracetam |
2,4% (op 450) |
NS |
Lamotrigine |
2,0% (op 1562) |
1 |
BI = betrouwbaarheidinterval: wanneer dat interval het cijfer 1 niet insluit, is de toename van het risico significant.
NS = niet significant
Bron: Hernández-Díaz S, Smith CR, Shen A, Mittendorf R, Hauser WA, Yerby M, Holmes LB; North American AED Pregnancy Registry; North American AED Pregnancy Registry. Comparative safety of antiepileptic drugs during pregnancy. Neurology. 2012
Geen specifieke informatie beschikbaar.