CARBAMAZEPINELaatste bijwerking : 2015.10.2 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check I | (ja) I | (ja) I | (ja) I | (ja) II | |
geen info | geen info | geen info |
Carbamazepine verhoogt het risico op neurale buisdefecten, maar het globaal percentage ernstige afwijkingen komt overeen met een doorsnee populatie.
Geen specifieke humane of dierexperimentele gegevens beschikbaar.
Het is algemeen bekend dat toediening van foliumzuur rond de conceptie (8 weken vóór de conceptie tot minstens 8 weken na de conceptie) het risico van neuraalbuisdefecten vermindert. Hoewel er bij vrouwen op anti-epileptica weinig onderbouwing bestaat over het effect van foliumzuur op het door het anti-epilepticum geïnduceerde risico van neuraalbuisdefecten en over de optimale dosis foliumzuur, wordt bij deze vrouwen meestal extra inname van 4 à 5 mg per dag aanbevolen ([2] Folia maart 2015).
Ontwikkelingsstoornissen en misvormingen, waaronder spina bifida, alsook andere congenitale anomalieen, bv. craniofaciale en cardiovasculaire misvormingen, hypospadieen en anomalieen van verschillende lichaamssystemen werden gerapporteerd in verband met een carbamazepine behandeling [SKP Tegretol° 3/2015]. Mogelijks is het optreden van deze afwijkingen dosis afhankelijk de frequentie van afwijkingen is het hoogst voor doses van minstens 1 g per dag en het laagst voor doses lager dan 400 mg per dag [Folia maart 2015]. Blootstelling aan carbamazepine gedurende zwangerschap wordt geassocieerd aan neurale buis defecten (0,2% tot 1% versus 0,1% in een algemene populatie). Uit analyse van de EUROCAT gegevensbank blijkt een risico van 2,6 (95% BI 1,2 – 5,3) voor neurale buisdefecten door carbamazepine. Carbamazepine geeft 5x minder risico op neurale buisdefecten dan natriumvalproaat 0,2 (95% BI 0,1- 0,6) [Motherisk accessed on 17/9/2015]. Een overzichtsartikel behandelt 9 studies waarin zowel epilepsie controles (n = 1613), patiënten op monotherapie met carbamazepine (n = 2533) als gezonde controles (n = 2308). Het risico op majeure geboorteafwijkingen bedraag 3,3% na blootstelling tijdens het eerste trimester. Dat percentage verschilt niet significant van een populatie die niet blootgesteld werd [Motherisk accessed on 17/9/2015]. Volgens de North American Adverse Effects Pregnancy Registry, verzameld van 1997 tot 2011 geeft carbamazepine geen hoger risico op majeure congenitale afwijkingen dan lamotrigine (zie tabel in klassetekst) [1].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Gezien het CYP450 inducerend effect van carbamazepine wordt aangeraden 1 mg vitamine K1 (phytomenadion; IM of IV) toe te dienen aan de pasgeborene. Aan de moeder kan de laatste 4 weken dagelijks een dosis van 10 mg vitamine K1 oraal worden gegeven [SKP Tegretol° 3/2015; Briggs 2011].
Zie ook "Perinataal".
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Gezien het CYP450 inducerend effect van carbamazepine wordt aangeraden 1 mg vitamine K1 (phytomenadion; IM of IV) toe te dienen aan de pasgeborene. Aan de moeder kan de laatste 4 weken dagelijks een dosis van 10 mg vitamine K1 oraal worden gegeven [SKP Tegretol° 3/2015; Briggs 2011]. Men heeft enkele gevallen waargenomen van respiratoire aanvallen of depressies bij pasgeborenen, waarvan de moeders carbamazepine namen met een ander anticonvulsief geneesmiddel. Enkele gevallen van braken, diarree en/of vermindering van de voeding werden ook gerapporteerd bij pasgeborenen als de moeder carbamazepine genomen had. Deze reacties kunnen een uiting zijn van een neonataal deprivatie syndroom [SKP Tegretol° 3/2015]. Mogelijke invloed van carbamazepine op de ontwikkeling van het kind is niet duidelijk. 34 kinderen tussen 18en 36 maanden en geboren uit moeders die blootgesteld waren aan carbamazepine gedurende de zwangerschap, vertoonden geen lagere IQ of taalkundige ontwikkeling ten opzichte van wat gemiddeld bij kinderen van die leeftijd werd gezien [Briggs 2011]. Een meta-analyse komt tot hetzelfde besluit. Op één bepaalde IQ-schaal (Wechsler IQ) is er wel een significant verschil tussen blootgestelde en niet blootgestelde kinderen uit gezonde controles. Dat verschil bestaat niet meer wanneer de vergelijking wordt gemaakt met kinderen van niet behandelde epileptische moeders. Volgens recenter onderzoek zou carbamazepine de IQ, vlotheid, creativiteit en basis taalvaardigheden niet nadelig beïnvloeden [Motherisk acessed 17/9/2015].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L2
De relatieve dosis voor de baby wordt geschat op 3,8 tot 5,9%. Alhoewel de eliminatie halfwaardetijd lager is bij het kind dan bij de moeder, moet de baby geobserveerd worden voor sedatieve effecten. In de literatuur wordt gerapporteerd over een 25-tal zogende moeders. De dagdoses variëerden van 250 tot 1000 mg. Er is één geval gemeld van verhoogde leverenzymen (GGT) bij een zogende baby waarvan de moeder 400 mg carbamazepine per dag nam [Hale 2012].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tijdens de zwangerschap kunnen maternale tonisch-klonische aanvallen en status epilepticus met hypoxie een bijzonder risico op overlijden met zich mee brengen voor de moeder en het ongeboren kind.
Een Australische studie bespreekt de uitkomsten bij zwangeren die de meer recentere lamotrigine, levetiracetam of topiramaat gebruikten in monotherapie. Die resultaten werden vergeleken met deze bekomen na gebruik van meer traditioneel gebruikte antiëpileptica en met niet behandelen van de epilepsie. Misvormingen kwamen in volgende percentages voor: lamotrigine 5.2% (= 12 op 231 patiënten), topiramaat 3,2% (= 1 op 31), levetiracetam 0% (op 22 patiënten), fenytoïne 2,9% (1 op 35), valproaat 16,3% (35 op 215), carbamazepine 6,3% (19 op 301). Bij niet behandelde patiënten werden 6 gevallen van misvorming gezien op 116 of 5,2%. In deze studieblijkt niet behandelen dus geen oplossing om misvormingen te vermijden (Vajda FJ et al. 2012: Vajda FJ, Graham J, Roten A, Lander CM, O´Brien TJ, Eadie M. Teratogenicity of the newer antiepileptic drugs--the Australian experience. J Clin Neurosci. 2012 Jan;19(1):57-9).
Tabel : risico van afwijkingen bij de geboorte en relatieve risico’s (RR) van blootstelling in utero aan diverse antiëpileptica Substantie % ernstige afwijkingen (aantal zwangerschappen) Relatief risico ten opzichte van Lamotrigine (95% BI) Valproaat 9,3% (op 323) 5,1 (95% BI = 3,0-8,5) Fenobarbital 5,5% (op 199) 2,9 (95% BI = 1,4-5,8) Topiramaat 4,2% (op 359) 2,2 (95% BI = 1,2-4,0) Carbamazepine 3,0% (op 1033) NS Fenytoïne 2,9% (op 416) NS Levetiracetam 2,4% (op 450) NS Lamotrigine 2,0% (op 1562) 1
BI = betrouwbaarheidinterval: wanneer dat interval het cijfer 1 niet insluit, is de toename van het risico significant.
NS = niet significant
Bron: Hernández-Díaz S, Smith CR, Shen A, Mittendorf R, Hauser WA, Yerby M, Holmes LB; North American AED Pregnancy Registry; North American AED Pregnancy Registry. Comparative safety of antiepileptic drugs during pregnancy. Neurology.
Geen specifieke informatie beschikbaar.