ETHOSUXIMIDELaatste bijwerking : 2024.02.11 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check II | check II | check II | check II | check II | |
geen info | geen info | geen info |
Zwangerschap : onvoldoende humane gegevens, maar therapeutische plaats bij "petit mal".
Er zijn een beperkt aantal gevalle gerapporteerd van borstvoeding tijdens monotherapie bij de moeder, zonder ernstige complicaties bij de zuigeling.
Geen specifieke informatie beschikbaar. Als algemene regel kan foliumzuur gebruikt worden (4mg/dag), aangezien het risico op neuraalbuisdefecten.
Ethosuximide behoort tot de succinimide anticonvulsiva. Het heeft een lager risico qua teratogeniciteit dan de oxazolidinedionderivaten. Briggs schuift ethosuximide naar voor als het eerstekeuze antiëpilepticum bij petit mal epilepsie gedurende het eerste trimester. In observationele studies werden 18 zwangeren geïdentificeerd die ethosuximide gebruikten (USA). Er werden geen complicaties gemeld. In een Europese studie werden 13 baby’s in utero blootgesteld aan monotherapie met ethosuximide. Er werd 1 majeure misvorming vastgesteld. Wanneer ethosuximide wordt gecombineerd met andere antiëpileptica, neemt de kans op complicaties toe [Briggs].
Volgens LE-CRAT werden tot nog toe geen complicaties gemeld [LE-CRAT 01 2024].
LAREB en de bijsluiter geven een meer genuanceerde analyse. Volgens LAREB is er weinig informatie over gebruik van ethosuximide in de zwangerschap. In een meta-analyse werd een verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen OR 3.04, (95% IC 1.23-7.07). Ethosuximide werd specifiek geassocieerd met schisis en klompvoet. Echter, door de verschillen in de blootgestelde en controlegroepen waren deze uitkomsten niet nauwkeurig [Veroniki et al. 2017]. Minder recente studies maken melding van enkele aangeboren afwijkingen na maternaal gebruik van ethosuximide. Meestal werd ethosuximide gecombineerd met andere anti-epileptica waarvan wel een verhoogd risico is aangetoond. Dat bemoeilijkt de evaluatie van ethosuximide alleen [LAREB 01 2024].
In België is ethosuximide enkel onder de vorm van siroop beschikbaar. De SKP vermeldt enkele pediatrische doseringen. Er wordt verder melding gemaakt van geboorte-afwijkingen zonder in detail te treden over de aard ervan. Teneinde complicaties te vermijden wordt monotherapie aangeraden in een minimale effectieve dosis, verspreid over meerdere giften per dag. Foliumzuursuppletie is aangeraden (zie hoger). Voortgezette therapie en absolute therapietrouw moet epileptische insulten vermijden. Plots onderbreken van de inname van een effectief antiëpilepticum bij het vaststellen van een zwangerschap kan leiden tot het acuut optreden van ernstige complicaties voor moeder en foetus. Professionele begeleiding bij het nemen van een beslissing is noodzakelijk [SKP Zarontin 04 2021].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Vitamine K-suppletie is aan te raden zowel vóór de bevalling aan de moeder als na de geboorte aan de neonaat. Hyperexcitabiliteit wordt gemeld bij pas geboren baby’s uit moeders die ethosuximide namen vóór de geboorte [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie derde trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L4
Ethosuximide gaat over in moedermelk. Inname via borstvoeding wordt geschat op 50 tot 60% van de maternale dosis (berekend na correctie voor het maternaal gewicht). Plasma spiegels bij de zuigeling bedragen 25 tot 30% van deze van de moeder. Deze vaststellingen zijn gebaseerd op metingen bij enkele baby’s (n=4). Met ethosuximide monotherapie worden geen ongewenste effecten gemeld. Gezien het beperkt aantal beschreven gevallen, wordt aangeraden volgende symptomen op te volgen bij de zuigelingen: sedatie, verminderde zuigreflex, verminderde toename van het lichaamsgewicht en ontwikkelingsstoornissen [LACTMED 01 2024][HALE].
De "American Academy of Pediatrics” beschouwt het product als verenigbaar met borstvoeding [Briggs], in monotherapie en mits monitoring van de symptomen (zie hoger) [NVDR].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tijdens de zwangerschap kunnen maternale tonisch-klonische aanvallen en status epilepticus met hypoxie een bijzonder risico op overlijden met zich mee brengen voor de moeder en het ongeboren kind.
Een Australische studie bespreekt de uitkomsten bij zwangeren die de meer recentere lamotrigine, levetiracetam of topiramaat gebruikten in monotherapie. Die resultaten werden vergeleken met deze bekomen na gebruik van meer traditioneel gebruikte antiëpileptica en met niet behandelen van de epilepsie. Misvormingen kwamen in volgende percentages voor: lamotrigine 5.2% (= 12 op 231 patiënten), topiramaat 3,2% (= 1 op 31), levetiracetam 0% (op 22 patiënten), fenytoïne 2,9% (1 op 35), valproaat 16,3% (35 op 215), carbamazepine 6,3% (19 op 301). Bij niet behandelde patiënten werden 6 gevallen van misvorming gezien op 116 of 5,2%. In deze studieblijkt niet behandelen dus geen oplossing om misvormingen te vermijden.
(Vajda FJ et al. 2012: Vajda FJ, Graham J, Roten A, Lander CM, O´Brien TJ, Eadie M. Teratogenicity of the newer antiepileptic drugs--the Australian experience. J Clin Neurosci. 2012 Jan;19(1):57-9).
Tabel : risico van afwijkingen bij de geboorte en relatieve risico’s (RR) van blootstelling in utero aan diverse antiëpileptica
Substantie |
% ernstige afwijkingen (aantal zwangerschappen) |
Relatief risico ten opzichte van Lamotrigine (95% BI) |
Valproaat |
9,3% (op 323) |
5,1 (95% BI = 3,0-8,5) |
Fenobarbital |
5,5% (op 199) |
2,9 (95% BI = 1,4-5,8) |
Topiramaat |
4,2% (op 359) |
2,2 (95% BI = 1,2-4,0) |
Carbamazepine |
3,0% (op 1033) |
NS |
Fenytoïne |
2,9% (op 416) |
NS |
Levetiracetam |
2,4% (op 450) |
NS |
Lamotrigine |
2,0% (op 1562) |
1 |
BI = betrouwbaarheidinterval: wanneer dat interval het cijfer 1 niet insluit, is de toename van het risico significant. NS = niet significant
Bron:
Hernández-Díaz S, Smith CR, Shen A, Mittendorf R, Hauser WA, Yerby M, Holmes LB; North American AED Pregnancy Registry; North American AED Pregnancy Registry. Comparative safety of antiepileptic drugs during pregnancy. Neurology. 2012 May 22;78(21):1692-9.
Geen specifieke informatie beschikbaar.