FLUPENTIXOLLaatste bijwerking : 2018.7.13 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) II | (ja) II | check II | check II | (ja) II | |
geen info | geen info | geen info |
Beperkte humane gegevens tijdens zwangerschap wijzen niet op een verhoogd aantal misvormingen. Voor het 3de trimester en de perinatale periode geldt een klasse-effect.
Beperkte humane gegevens over borstvoeding.
Geen specifieke humane informatie beschikbaar.
In fertiliteitsstudies bij ratten, beïnvloedde flupentixol licht de kans op zwangerschap bij vrouwelijke ratten. De effecten werden gezien bij doseringen ver boven deze bij klinisch gebruik [SKP Fluanxol 01 2017].
Er zijn weinig of geen gegevens over het gebruik van flupentixol bij zwangere vrouwen [SKP Fluanxol 01 2017]. Ongeveer 100 gepubliceerde resultaten van het gebruik van flupentixol tijdens het eerste trimester wijzen niet op een verhoogd risico op misvormingen [Schaefer].
Dierexperimenteel:Reproductiviteitsstudies bij muizen, ratten en konijnen hebben geen teratogeen effect aangetoond. Embryotoxische effecten in termen van verhoogd post-implanteringsverlies / verhoogde absorptiegraad of occasionele abortussen werden gezien bij ratten en konijnen bij doseringen die geassocieerd worden met maternale toxiciteit [SKP Fluanxol 01 2017].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Pasgeborenen van moeders die met neuroleptica behandeld werden op het einde van de zwangerschap of tijdens de bevalling, kunnen tekenen vertonen van intoxicatie, zoals lethargie, tremor en hyperexcitabiliteit en hebben een lagere Apgar score. Pasgeborenen die aan antipsychotica (waaronder flupentixol) werden blootgesteld tijdens het derde trimester van de zwangerschap vertonen het risico op bijwerkingen waaronder extrapyramidale – en/of discontinueringssymptomen die kunnen variëren in ernst en duur na de bevalling. Onrust, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of voedingsstoornissen werden gerapporteerd. Bijgevolg dienen pasgeborenen nauwgezet te worden opgevolgd [SKP Fluanxol 01 2017]. Omwille van deze mogelijke complicaties is het gebruik van depotpreparaten niet aangewezen tijdens het 3de trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie derde trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
De dosis opgenomen door het kind is minder dan 0,5% van de door de moeder ingenomen dosis per gewichtseenheid (mg/kg). Gezien de lage concentraties flupentixol teruggevonden in de moedermelk, is het onwaarschijnlijk dat, bij therapeutische dosis, dit een invloed heeft op het kind. Indien het klinisch belang primeert, mag borstvoeding voortgezet worden tijdens de flupentixol-therapie, maar observatie van het kind, vooral tijdens de eerste 4 weken na de geboorte, wordt aanbevolen [SKP Fluanxol 01 2017].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
KLASSETEKST Antipsychotica
Preconceptie
Het is mogelijk dat vrouwen met schizofrenie en affectieve stoornissen meer kans lopen op complicaties tijdens zwangerschap, waaronder verminderde vruchtbaarheid. Ook typische antipsychotica zouden de fertiliteit verlagen. Dat zou niet het geval zijn met atypische antipsychotica. Het effect wordt onder ander in verband gebracht met beïnvloeding van prolactineproductie [1].
Behandeling
Hierbij enkele principes gebaseerd op de NICE richtlijnen (2014) [3] :
* Antipsychotische medicatie gestart vóór de zwangerschap moet verdergezet worden tijdens de zwangerschap indien er een risico bestaat op herval zonder medicatie.
* Het meten van prolactine is nuttig bij medicatie die prolactine kan verhogen (typische antipsychotica). Bij voorkeur worden atypische antipsychotica gebruikt.
* Indien mogelijk kan psychotherapie in overweging genomen worden in plaats van medicatie of als ondersteunende maatregel bij medicatie.
* Medicatie is nodig bij het ontwikkelen van manie/psychose.
* Antipsychotica zijn aangewezen bij bipolaire stoornissen wanneer tijdens zwangerschap Lithium wordt gestopt of wanneer borstvoeding wordt gepland.
* Borstvoeding: observatie van de zuigeling is nodig om ongewenste effecten te detecteren en de therapie desgewenst aan te passen.
Diabetes
Er bestaat een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes bij het voortzetten van antipsychotica tijdens zwangerschap. Er zijn vergelijkende gegevens qua incidentie voor atypische antipsychotica, tussen zwangeren bij wie de therapie werd verdergezet en deze waarbij de therapie werd gestopt [2] :
-Aripiprazol: 4,8% (verderzetten) versus 4,5% (stoppen). OR=0,82 (95% BI 0,50-1,33)
-Quetiapine: 7,1% (verderzetten) versus 4,1% (stoppen). OR=1,28 (95% BI 1,01-1,62)
-Risperidon: 6,4% (verderzetten) versus 4,1% (stoppen). OR=1,09 (95% BI 0,70-1,70)
-Olanzapine: 12,0% (verderzetten) versus 4,7% (stoppen). OR=1,61 (95% BI 1,13-2,29). Bij olanzapine treedt een dosis-effect relatie op.
Bronnen
[1] Mc Cauley-Elsom et al. Antipsychotics in pregnancy. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 2010, 17, 97–104.
[2] Park Y. et al. Continuation of Atypical Antipsychotic Medication During Early Pregnancy and the Risk of Gestational Diabetes. AmJ Psychiatry 2018; 175:564–574.
[3] Poo SXW, Agius M. Atypical antipsychotics for schizophrenia and/or bipolar disorder in pregnancy: current recommendations and updates in the nice guidelines. Psychiatria Danubina, 2015; Vol. 27, Suppl. 1, pp 255-260
Geen specifieke informatie beschikbaar.