FOSAPREPITANTLaatste bijwerking : 2021.06.23 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check II | check II | check II | check II | neen II | |
geen info | geen info | geen info |
Geen specifieke humane gegevens beschikbaar.
Er zijn geen specifieke humane gegevens over beïnvloeding van de vruchtbaarheid [SKP Ivemend 01 2013].
SKP : Tijdens en gedurende 28 dagen na toediening van oraal aprepitant kan de werkzaamheid van hormonale anticonceptiva verminderd zijn. Alternatieve niet hormonale anticonceptie wordt aangeraden tijdens de behandeling met aprepitant en tot 2 maanden na de laatste dosis [SKP Ivemend 01 2013].
Hoewel er in de reproductiestudies geen bijwerkingen werden gezien als volwassen wijfjesdieren werden blootgesteld aan 3,5 tot 4 maal de therapeutische blootstelling bij mensen bij 40 mg, zijn de potentiële effecten op de voortplanting van veranderingen in de neurokinineregulatie niet bekend [SKP Ivemend 01 2013].
In een juveniel toxiciteitsonderzoek bij ratten die vanaf dag 10 tot dag 63 na de geboorte waren behandeld, leidde aprepitant tot een vroegere vaginale opening bij wijfjes vanaf 250 mg/kg tweemaal daags. Er waren geen marges voor de klinisch relevante blootstelling. Er waren geen behandelingsgerelateerde effecten op de paring, vruchtbaarheid of embryonale/foetale overleving, en geen pathologische veranderingen in de voortplantingsorganen [SKP Ivemend 01 2013].
In een juveniel toxiciteitsonderzoek bij honden die postnataal vanaf dag 14 tot dag 42 werden behandeld met aprepitant werd bij vrouwtjes een verhoogd uterusgewicht, hypertrofie van de uterus en baarmoederhals en oedeem van de vaginale weefsels waargenomen vanaf 4 mg/kg/dag (ongeveer 5x de éémalige humane dosis op basis van lichaamsgewicht) [SKP Ivemend 01 2013].
Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over het gebruik tijdens de zwangerschap [SKP Ivemend 01 2013].
Dierexperimenteel:In dierstudies was er geen indicatie van een direct of indirect schadelijk effect voor wat betreft de zwangerschap, embryonale/foetale ontwikkeling, partus of postnatale ontwikkeling. De potentiële effecten op de voortplanting van veranderingen in de neurokinineregulatie zijn niet bekend.
De systemische blootstelling bij knaagdieren was ongeveer gelijk aan of zelfs lager dan de therapeutische blootstelling bij mensen bij de dosering met 125 mg/80 mg. Hoewel er geen bijwerkingen werden waargenomen in de reproductiestudies met normale blootstellingsniveaus bij mensen, zijn de blootstellingsniveaus bij dieren niet voldoende om een adequate risicobeoordeling voor mensen te maken [Summary of Product Characteristics EMA 06 2021].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke gegevens beschikbaar.
L3 (aprepitant)
Er zijn geen gegevens over de passage in de moedermelk. Aprepitant wordt niet gebruikt bij zuigelingen [SKP Ivemend 01 2013]. Passage in moedermelk kan leiden tot slaperigheid, constipatie, diarree en gewichtstoename bij de zuigeling [Summary of Product Characteristics EMA 06 2021][Hale].
Dierexperimenteel:Aprepitant wordt bij ratten in de moedermelk uitgescheiden [SKP Ivemend 01 2013].
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke humane gegevens beschikbaar.
Geen specifieke humane gegevens beschikbaar.
Dierexperimenteel:In een juveniel toxiciteitsonderzoek bij ratten die vanaf dag 10 tot dag 63 na de geboorte waren behandeld, leidde aprepitant vanaf 250 mg/kg tweemaal daags en tot een vertraagde voorhuidscheiding bij mannetjes, vanaf 10 mg/kg tweemaal daags. Er waren geen marges voor de klinisch relevante blootstelling. Er waren geen behandelingsgerelateerde effecten op de paring, vruchtbaarheid of embryonale/foetale overleving, en geen pathologische veranderingen in de voortplantingsorganen. In een juveniel toxiciteitsonderzoek bij honden die vanaf dag 14 tot dag 42 na de geboorte waren behandeld, werd bij de mannetjes een verminderd testisgewicht en een afgenomen Leydig-celgrootte waargenomen bij 6 mg/kg/dag [SKP Ivemend 01 2013].
Vruchtbaarheidsonderzoeken bij dieren wezen niet op directe of indirecte schadelijke effecten op de paring, vruchtbaarheid, embryonale/foetale ontwikkeling, of aantal en motiliteit van de zaadcellen. De systemische blootstelling bij volwassen mannelijke ratten was lager dan de therapeutische blootstelling bij mensen bij 40 mg. Daarom kunnen de mogelijke effecten op de fertiliteit bij mannetjesratten niet worden beoordeeld. Maar in een 9 maanden durend onderzoek bij honden waren er bij een systemische blootstelling die 35x boven de therapeutische blootstelling bij mensen bij 40 mg lag, geen veranderingen in orgaangewicht of macroscopische of histomorfologische bevindingen in de mannelijke voortplantingsorganen [Summary of Product Characteristics EMA 06 2021].
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.