FENYTOINE NaLaatste bijwerking : 2015.8.8 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | neen I | neen I | neen I | neen I | check II | |
geen info | geen info | geen info |
Evidentie voor majeure afwijkingen uit beperkt aantal gevallen.
Geen specifieke informatie beschikbaar. Als algemene regel kan foliumzuur gebruikt worden (4mg/dag), gezien het risico op neuraalbuisdefecten.
Er wordt melding gemaakt van 87 gevallen van gedocumenteerde blootstelling aan fenytoïne [Briggs]. De frequentie van majeure congenitale afwijkingen wordt voor fenytoïne vastgesteld op 3 tot 7% [Anonymus. Risico van valproïnezuur en andere epileptica tijdens de zwangerschap. Folia Pharmacotherapeutica 2015; 42 (maart) 19-23]. Naast de rapporten over de hoge incidentie van congenitale afwijkingen, zoals palatinale spleten en hartafwijkingen, bij kinderen van moeders die fenytoïne of andere antiepileptica hebben gekregen, zijn er meer recent gevallen gemeld van het foetaal hydantoïnesyndroom. Dit syndroom bestaat uit een prenatale groeideficiëntie, microcefalie en mentale deficiëntie bij kinderen van wie de moeder fenytoïne, barbituraten, alcohol of trimethadione innam. Niettemin zijn al deze gevallen nauw verwant en dikwijls geassocieerd met een intra-uteriene groeivertraging door andere oorzaken [SKP Diphantoine 09 2013]. In een prospective studie werd de IQ van kinderen (n=36) uit moeders tijdens hun zwangerschap blootgesteld aan fenytoïne, vergeleken met controles (n=99). Vergeleken met hun controles hadden kinderen in utero blootgesteld aan fenytoïne een significant lagere globale IQ (103,1 vs 113.4) wanneer geëvalueerd tussen 18 en 36 maanden [Briggs]. Er zijn enkele geïsoleerde meldingen van maligniteit, waaronder neuroblastoom, bij kinderen van wie de moeders fenytoïne innamen tijdens de zwangerschap. In zeldzame gevallen werden stoornissen van het calcium- en fosformetabolisme met stoornissen van de beenderverkalking vastgesteld bij kinderen van moeders die behandeld werden met fenytoïne [SKP Diphantoine 09 2013].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Neonatale coagulatieafwijkingen werden waargenomen. Een preventieve behandeling met vit K1 per os bij de moeder in de maand voorafgaand aan de bevalling en een aangepaste toediening op het ogenblik van de geboorte bij de pasgeborenen lijken doeltreffend te zijn [SKP Diphantoine 09 2013].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie derde trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L2
Fenytoïne gaat zwak over in de moedermelk. Mogelijk wordt de zuigeling niet beïnvloed wanneer door de moeder therapeutische hoeveelheden worden gebruikt. Eén geval van methemoglobinemie, slaperigheid en verminderde zuigreflex werd gemeld. De meeste andere studies melden geen bijwerkingen. De ”American Academy of Pediatrics” beschouwt het product als veilig bij borstvoeding [Briggs] [Hale].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tijdens de zwangerschap kunnen maternale tonisch-klonische aanvallen en status epilepticus met hypoxie een bijzonder risico op overlijden met zich mee brengen voor de moeder en het ongeboren kind.
Een Australische studie bespreekt de uitkomsten bij zwangeren die de meer recentere lamotrigine, levetiracetam of topiramaat gebruikten in monotherapie. Die resultaten werden vergeleken met deze bekomen na gebruik van meer traditioneel gebruikte antiëpileptica en met niet behandelen van de epilepsie. Misvormingen kwamen in volgende percentages voor: lamotrigine 5.2% (= 12 op 231 patiënten), topiramaat 3,2% (= 1 op 31), levetiracetam 0% (op 22 patiënten), fenytoïne 2,9% (1 op 35), valproaat 16,3% (35 op 215), carbamazepine 6,3% (19 op 301). Bij niet behandelde patiënten werden 6 gevallen van misvorming gezien op 116 of 5,2%. In deze studieblijkt niet behandelen dus geen oplossing om misvormingen te vermijden.
(Vajda FJ et al. 2012: Vajda FJ, Graham J, Roten A, Lander CM, O´Brien TJ, Eadie M. Teratogenicity of the newer antiepileptic drugs--the Australian experience. J Clin Neurosci. 2012 Jan;19(1):57-9).
Tabel :
Risico van afwijkingen bij de geboorte en relatieve risico’s (RR) van blootstelling in utero aan diverse antiëpileptica
Substantie |
% ernstige afwijkingen (aantal zwangerschappen) |
Relatief risico ten opzichte van Lamotrigine (95% BI) |
Valproaat |
9,3% (op 323) |
5,1 (95% BI = 3,0-8,5) |
Fenobarbital |
5,5% (op 199) |
2,9 (95% BI = 1,4-5,8) |
Topiramaat |
4,2% (op 359) |
2,2 (95% BI = 1,2-4,0) |
Carbamazepine |
3,0% (op 1033) |
NS |
Fenytoïne |
2,9% (op 416) |
NS |
Levetiracetam |
2,4% (op 450) |
NS |
Lamotrigine |
2,0% (op 1562) |
1 |
BI = betrouwbaarheidinterval: wanneer dat interval het cijfer 1 niet insluit, is de toename van het risico significant.
NS = niet significant
Bron:
Hernández-Díaz S, Smith CR, Shen A, Mittendorf R, Hauser WA, Yerby M, Holmes LB; North American AED Pregnancy Registry; North American AED Pregnancy Registry. Comparative safety of antiepileptic drugs during pregnancy. Neurology. 2012 May 22;78(21):1692-9.
Geen specifieke informatie beschikbaar.