CARBOPLATINELaatste bijwerking : 2024.04.24 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
neen II | neen II | check II | check II | check II | neen II | |
6 maanden | geen info | geen info |
Carboplatine wordt beschouwd als teratogeen, wanneer toegediend tijdens de periode van organogenese. Een wachttijd (6 maanden) wordt aanbevolen.
Dierexperimenteel onderzoek wijst op complicaties.
Borstvoeding is tegenaangewezen tijdens een therapie met carboplatine wegens overgang van platinaverbindingen in moedermelk.
De meeste vormen van chemotherapie zijn in verband gebracht met reductie van de oögenese. Patiënten die carboplatine krijgen toegediend, moeten ervoor worden gewaarschuwd dat carboplatine dit effect kan hebben. Hoewel dit effect bij carboplatine niet gemeld is, is het wel gemeld bij andere platinabevattende middelen. De vruchtbaarheid kan zich na de blootstelling weer herstellen, maar herstel wordt niet gegarandeerd [SKP Carboplatin Fresenius Kabi 01 2024].
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moet aangeraden worden om zwangerschap te voorkomen door tijdens en tot 6 maanden na de behandeling effectieve contraceptie te gebruiken.
Aan vrouwen die zwanger zijn of tijdens de therapie zwanger worden, dient genetische voorlichting te worden gegeven [SKP Carboplatin Fresenius Kabi 01 2024].
Geen gegevens zijn beschikbaar mbt de blootstelling aan carboplatine gedurende het eerste trimester [NTP]. Briggs voegt hieraan toe dat behandeling gedurende het eerste trimester afgeraden is, omdat teratogeniciteit waarschijnlijk zal voorkomen op basis van het werkingsmechanisme [Briggs].
Deze informatie wordt bevestigd in de bijsluiter: Carboplatine injectie kan schadelijk zijn voor de foetus wanneer het bij een zwangere vrouw wordt toegediend [SKP Carboplatin Fresenius Kabi 01 2024].
Dierexperimenteel:Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken. Carboplatine is bij ratten embryotoxisch en teratogeen gebleken. Daarnaast heeft carboplatine mutagene eigenschappen in vivo en in vitro [SKP Carboplatin Fresenius Kabi 01 2024].
Tweede trimester:Er zijn gegevens beschikbaar over 17 gevallen van blootstelling aan carboplatine gedurende het tweede trimester. Eén geval van gastroschisis (afwijking thv de buikwand) werd gezien bij een 19 weken oude foetus na spontane abortus. Daar de buikwand al tijdens week 12 van de zwangerschap wordt gevormd is het onwaarschijnlijk dat carboplatine de oorzaak is van dit geval van gastroschisis (0/17) [NTP].
Volgens Briggs treedt er geen foetale of neonatale toxiciteit op bij behandeling na de organogenese [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Over 14 kinderen zijn gegevens bekend (5 maanden tot 4 jaar oud). Bij één kind van 1 jaar oud werd taal- en motorische achterstand gemeld [NTP].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L5
Platina bevattende substanties gaan over via de moedermelk op de zuigeling, zoals aangetoond in verschillende publicaties over concrete gevallen. Carboplatine kan de aanmaak van moedermelk nadelig beïnvloeden [LACTMED].
Geven van borstvoeding wordt afgeraden tot minstens 10 dagen na de laatste dosis carboplatine [Hale].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check III | |||||
6 maanden | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Beïnvloeden van de vruchtbaarheid is mogelijk. Conservering van sperma wordt aangeraden voor het starten van de behandeling.
Gonadale suppressie, resulterend in azoöspermie kan optreden bij patiënten die antineoplastische therapie krijgen toegediend. Deze effecten lijken gerelateerd te zijn aan de dosis en de duur van de behandeling en kunnen irreversibel zijn. Conservering van sperma wordt aangeraden voor het starten van de behandeling [SKP Carboplatin Fresenius Kabi 01 2024].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
NVDR: Azoöspermie kan optreden (zie vruchtbaarheid voorzorgen). Overgang via sperma is niet uitgesloten.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Cytotoxische geneesmiddelen toegediend binnen de 10 dagen na conceptie geven een alles-of-niets effect. De organogenese start vanaf de 10de dag en is na 8 weken een feit. Toedienen van cytostatica in deze periode verhoogt de kans op misvormingen sterk. Wanneer één cytostaticum wordt toegediend wordt de kans op misvormingen op 7 tot 17% geschat. Deze kans verhoogt met 25% bij combinatietherapie. Vermijden van foliumzuur-antagonisten vermindert de kans op misvormingen met 6%.
Conclusie : chemotherapie is tegenaangewezen gedurende het eerste trimester.
[Dekrem J, Van Calsteren K, Amant F. Effects of fetal exposure to maternal chemotherapy. Pediatric Drugs 2013; 15 (5): 329-334].
Geen specifieke informatie beschikbaar.